Scenario van verdachte
Op 6 december 2022 krijgen de hulpdiensten een melding binnen uit Laren over een baby die niet meer reageert. Ter plaatse wordt direct begonnen met reanimatie, maar die pogingen mogen niet meer baten. Het meisje blijkt te zijn overleden. Er wordt bij haar niet alleen zeer ernstig schedelhersenletsel vastgesteld, ook is sprake van een ribbreuk en minimaal vijftig bloeduitstortingen verspreid over haar hele lichaam. De moeder van het meisje verklaart dat zij haar dochter ’s nachts om 3:00 uur nog had gevoed en dat er toen nog niets aan de hand was. Volgens de man heeft hij het meisje daarna nog bijvoeding gegeven en is hij vervolgens met haar op zijn borst op de bank in slaap gevallen. Om 4:00 uur werd hij wakker van gehuil: ze was van de bank gevallen en lag op de grond. Ze had geen zichtbaar letsel en het ging volgens de man goed met haar. Om haar te troosten is hij met haar in de woonkamer gaan lopen. Op enig moment maakte hij een draai en stootte hij naar eigen zeggen per ongeluk met haar hoofd tegen een muur. Ze huilde, maar uiteindelijk kreeg hij haar stil en viel ze zelfs weer in slaap. Toen hij om 7:00 uur wakker werd, reageerde het meisje niet meer.
Opzet
De rechtbank gelooft het verhaal van de man niet. Uit forensisch onderzoek blijkt dat het letsel bij het meisje niet kan zijn veroorzaakt door de gebeurtenissen waar de man het over heeft. Deskundigen verklaren dat de hevige kracht die nodig is om de verwondingen te verklaren, past bij een ernstig verkeersongeval of bij een val van minimaal drie meter hoogte. De rechtbank stelt op basis van de conclusies van de forensisch arts en patholoog vast dat het gaat om toegebracht letsel. Ook staat vast dat het letsel door de man moet zijn toegebracht omdat alleen hij dat deel van de nacht bij de baby was. Het blijft onduidelijk hoe het letsel precies is ontstaan, maar het moet gepaard zijn gegaan met zeer hevige krachtsinwerking van buitenaf. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat verdachte hierdoor op de koop toe nam dat het meisje door zijn toedoen zou kunnen overlijden. Daarmee is volgens de rechtbank sprake van voorwaardelijk opzet op de dood.
Straf
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 10 jaar. Maar de rechtbank beslist anders. Gelet op verschillende geconstateerde stoornissen, die ook aanwezig waren tijdens de bewuste nacht, wordt de doodslag in verminderde mate aan de man toegerekend. De rechtbank legt hem daarom een gevangenisstraf op van 8 jaar.