Social media
De man zocht online contact met minderjarige meisjes. Zij waren op dat moment tussen de 12 en 15 jaar oud. Via onder andere chatsites en social media won hij het vertrouwen van de slachtoffers. Op die manier wist de Hilversummer het voor elkaar te krijgen dat de meisjes naaktfoto’s en video’s van zichzelf naar hem verstuurden. Met drie van de zeventien slachtoffers heeft de man daadwerkelijk afgesproken en seks gehad. Van een aantal van deze (seks)afspraakjes maakte de man opnames die hij bewaarde. Ook bewaarde hij (seksuele) filmpjes en foto’s van zijn online slachtoffers. Ook is op de telefoon en een harde schijf van de man een grote hoeveelheid kinderporno gevonden. Ten slotte heeft hij kinderporno met anderen gedeeld.
Bewijs
Volgens de man is hij een bekende gamer en is zijn account gehackt. De chatgesprekken met de meisjes zijn door een ander verstuurd. Hijzelf ontkent de verdenkingen. De rechtbank gelooft dit verhaal niet. Er is geen enkel aanknopingspunt dat het verhaal van de man onderbouwt. Bovendien is het ook niet te rijmen met het andere bewijs. Zo staan de slachtoffers als contactpersoon in zijn telefoon, inclusief leeftijd en woonplaats. Daarnaast hebben verschillende meisjes de man herkend tijdens een fotoconfrontatie. Vast staat dus dat de Hilversummer zich schuldig maakte aan de zedenmisdrijven. Ook is bewezen dat de man er een gewoonte van maakte om kinderporno in zijn bezit te hebben.
Ontkennende proceshouding
Het ontucht vond zowel fysiek als op afstand plaats. Dit soort feiten hebben over het algemeen nog jarenlang een grote impact op het leven van de slachtoffers. In het dossier zijn ook verschillende voorbeelden te vinden van meisjes die bij de politie overvallen werden door hun emoties. Bij het zoeken van contact, het filmen van de meisjes en ook het daadwerkelijk afspreken en het hebben van seks met de meisjes heeft de man uitsluitend oog gehad voor de bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Dat hij geen spijt betuigde zou een gevolg kunnen zijn van zijn ontkennende proceshouding, maar de rechtbank heeft ook niet de indruk gekregen dat de man de ernst van de strafbare feiten inziet.
Vrees voor herhaling
De strafbare feiten rechtvaardigen zonder meer een lange en onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank denkt dat er een reële kans is dat de man na het uitzitten van de straf opnieuw de fout in gaat. Daarom wordt een gedrags- en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Dat betekent dat als de man weer vrijkomt hij alsnog beperkt kan worden in zijn gedrag en vrijheid. Dit is ter bescherming van de maatschappij.