HUIZEN - Het Openbaar Ministerie (OM) gaat een kinderdagverblijf in Huizen vervolgen naar aanleiding van de dood van een 2-jarig jongetje. De peuter werd op 3 april vorig jaar aangetroffen in het water in Huizen. De hulpdiensten rukten uit en hebben het jongetje nog gereanimeerd, maar de hulp mocht niet baten. De zorg voor het kind lag op dat moment bij een nabijgelegen kinderopvang. Het OM verwijt de kinderopvang dood door schuld. De leidsters die op dat moment betrokken waren, worden niet vervolgd.
Volgens het OM heeft het kinderdagverblijf niet genoeg rekening gehouden met het risico op verdrinking. Naast de buitenruimte van de opvang lag een sloot, die voor kinderen te bereiken was via de buitenruimte van de kinderopvanglocatie. Het OM vindt dat er adequaat beleid om het risico op vermissing en verdrinking in te perken ontbrak en dat de veiligheid en gezondheid van de kinderen daarmee niet genoeg gewaarborgd is. Verder vindt het OM dat er niet voldoende gereageerd is op verzoeken vanuit de pedagogisch medewerkers voor meer hulp op de desbetreffende groep. De stichting achter het kinderdagverblijf zal als rechtspersoon worden vervolgd. De directeur moet zich als wettelijk vertegenwoordiger van de rechtspersoon verantwoorden tijdens een zitting bij de meervoudige kamer. De directeur zelf wordt dus niet vervolgd.
Moment van onoplettendheid
Het onderzoek van het OM richtte zich ook op de vraag of er medewerkers van de kinderopvang zijn die – in strafrechtelijke zin – verwijtbaar hebben gehandeld rondom de dood van het jongetje. Het OM heeft hierin gekeken naar het handelen van drie pedagogisch medewerkers die op de bewuste dag aan het werk waren en hun teamleider. Hoewel het OM concludeert dat de pedagogisch medewerkers het jongetje uit het oog zijn verloren, is er onvoldoende bewijs dat zij aanmerkelijk onvoorzichtig, onachtzaam of nalatig zijn geweest. Dat zijn de strafrechtelijke eisen die nodig zijn voor dood door schuld, waarbij de ‘aanmerkelijkheid’ een belangrijke drempel is. Het OM weegt verder mee dat de groep onderbezet was, terwijl de pedagogisch medewerkers eerder hebben gevraagd om hulp bij deze specifieke groep.
De teamleider heeft volgens het OM gedaan wat er van haar verwacht mocht worden.
De zaken tegen de medewerkers worden om deze redenen geseponeerd.
Het is nog niet duidelijk wanneer deze zitting zal plaatsvinden. Voordat een zitting kan worden gepland wordt geïnventariseerd of de verdediging nog aanvullend onderzoek wil laten uitvoeren.