HILVERSUM - Kristina M., de bewoonster van het huis in Hilversum waar in april een flinke brand woedde, wordt er van verdacht de brand zelf te hebben aangestoken om haar vriend te vermoorden. Ze zou de vriend vlak voor de vlammenzee hebben overgoten met benzine. Dat denkt althans het Openbaar Ministerie na verklaringen. Vanmorgen was een eerste regiezitting in de zaak.
De bewuste brand was op Eerste Paasdag in een huis aan het Janseniushof in de wijk Kerkelanden. De vriend die daar was, liep ernstige brandwonden op door de daad van de Hilversumse. Het huis werd verwoest, de brandweer kon maar net voorkomen dat het huis van de buren ook vlam vatte.
De bewoonster van het huis heeft na de brand een tijd vastgezeten, maar is sinds juli - in afwachting van de behandeling van haar zaak - op vrije voeten. Voordat de zaak nu inhoudelijk wordt behandeld wil de officier van justitie onder meer weten hoe groot de kans is dat de Hilversumse weer 'in de fout gaat'. Een onderzoek in het Pieter Baan Centrum moet dat uitwijzen. Of dat onderzoek er ook gaat komen, hangt af van de rechtbank. Over twee weken staat een nieuwe zitting gepland.
Verdacht van brandstichting en poging tot moord
Het Openbaar Ministerie verdenkt de Hilversumse er dus nog steeds van de brand te hebben aangestoken. De vrouw ontkent nog steeds stellig dat er opzet in het spel is. Haar verhaal is dat ze lag te slapen toen de brand ontstond. Ze zegt dat ze wakker is geworden en de vriend - die op de bank lag te slapen - toen te hebben gewekt. Hij heeft vervolgens geprobeerd de brand te blussen, maar is gevallen waardoor hij brandwonden opliep.
Sterke benzinelucht
De argwaan kwam toen een medewerkster van de ambulance een sterke benzinelucht rook. De man zou toen hebben gezegd dat er benzine over hem heen zou zijn gegooid. Dat heeft hij later niet meer willen bevestigen. Hij was in shock en vertelde last te hebben van geheugenverlies.
Over de exacte oorzaak van de brand is nog steeds niets duidelijk. Het wachten is nog steeds op een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) naar de brand.